Het opnemen van een rechtspersoon als bestuurder komt in de praktijk vaak voor. De gedachte dat dit de uiteindelijke bestuurder vrijwaart van bestuurdersaansprakelijkheid berust op een misvatting.
De Italiaanse onderneming Pronta exporteert veel goederen en in dat kader sluit zij een overeenkomst met de Nederlandse onderneming Dirk B.V. Een jaar later blijkt dat Pronta veel schade heeft geleden als gevolg van vals opgemaakte documenten door Dirk B.V. Hoewel de schadeplichtigheid komt vast te staan, staat het faillissement van de B.V. betaling van deze schade in de weg. De Nederlandse onderneming wordt bestuurd door een Holding B.V. en Maurits en Frank Kemper zijn de uiteindelijke bestuurders van deze Holding. Pronta meent op grond hiervan niet alleen de Holding, maar eveneens Maurits en Frank persoonlijk aansprakelijk te kunnen stellen uit onrechtmatige daad.
Binnen ons recht kennen wij een onderscheid tussen natuurlijke personen, mensen als u en ik, en rechtspersonen, zoals een B.V. of maatschap. Beide zijn als juridische entiteit bezitter van rechtspersoonlijkheid en kunnen als zodanig deelnemen aan het rechtsverkeer. Dit houdt in dat zij op eigen titel bijvoorbeeld schulden hebben, overeenkomsten sluiten, aansprakelijk zijn of anderen aansprakelijk kunnen stellen. Die eigen rechtspersoonlijkheid brengt met zich mee dat in beginsel enkel de rechtspersoon aansprakelijk kan worden gesteld en niet de bestuurder, die hier als natuurlijke persoon achter zit. De rechtspersoon kent daarom ook een afgescheiden vermogen.
Natuurlijke persoon achter de ‘rechtspersoon-bestuurder’
Desalniettemin kan een bestuurder zonder al te veel moeite eveneens een nieuwe rechtspersoon-bestuurder oprichten. In het voorbeeld hebben Maurits en Frank Kemper dat ook gedaan. Middels hun Holding als ‘rechtspersoon-bestuurder’ voeren zij het feitelijke bestuur over Dirk B.V. Binnen concernrelaties is deze constructie onvermijdelijk en ook bij joint ventures en trustkantoren wordt regelmatig gebruik gemaakt van deze figuur.
Voorheen werd deze structuur gebruikt om bestuurdersaansprakelijkheid te ontlopen. De natuurlijke persoon die achter de rechtspersoon-bestuurder zat, kon op deze manier aan privé-aansprakelijkheid ontsnappen. De verhaalsaansprakelijkheid van een rechtspersoon-bestuurder was immers beperkt tot het afgescheiden vermogen van die rechtspersoon.
Doorbraak aansprakelijkheid naar uiteindelijke bestuurder
Om dit misbruik van rechtspersoonlijkheid tegen te gaan werd artikel 2:11 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in het leven geroepen. Dit artikel fungeert in feite als doorgeefluik van de aansprakelijkheid die via de rechtspersoon-bestuurder, tevens hoofdelijk rust op degene die tijdens het ontstaan hiervan bestuurder was. Pronta beroept zich op dit artikel en de Holding wordt aansprakelijk gehouden. Daarnaast kan ingevolge deze bepaling worden ‘doorgegrepen’ naar de natuurlijke personen die de Holding uiteindelijk besturen.
Het artikel bestaat al geruime tijd (1987) en leidde tot voor kort een onopvallend bestaan. Daar kwam verandering in door een aantal arresten van de Hoge Raad. Hierin kwam naar voren dat de bepaling alle bestuurdersaansprakelijkheid uit boek 2 BW doorschakelt. U kunt hierbij onder meer denken aan de aansprakelijkheid op grond van onbehoorlijke taakvervulling en aansprakelijkheid in geval van faillissementstekorten.
Ook bij te goeder trouw..
Een sportvereniging laat een sportveld aanleggen door een gespecialiseerd bedrijf en betaalt hiervoor een flinke som geld. Het bedrijf gaat failliet en de vereniging kan fluiten naar haar geld. Achteraf bezien zouden de verantwoordelijke bestuursleden onvoldoende hebben onderzocht of het bedrijf kredietwaardig was. De vereniging stelt het bestuur dan ook aansprakelijk.
Extra verhaalsmogelijkheid
De meest recente uitspraak dateert van 2017 en hierin werd bepaald dat artikel 2:11 BW eveneens kan worden ingezet bij aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (art. 6:162BW). Dit arrest deed veel stof opwaaien. Tot dan toe was het namelijk onduidelijk of voor de vestiging van bestuurdersaansprakelijkheid op deze grond, de aanvullende eis zou gelden dat de bestuurder ”een persoonlijk ernstig verwijt” kan worden gemaakt. Het antwoord op deze vraag luidt ontkennend.
Kortom, aansprakelijkheid zit in een klein hoekje. Als de rechtspersoon-bestuurder aansprakelijk is op grond van de onrechtmatige daad, dan is iedere tweedegraads bestuurder daarvan in beginsel eveneens hoofdelijk aansprakelijk. Het creëert een extra verhaalsmogelijkheid. De schadeplichtigheid van Dirk B.V. is al vast komen te staan en daarmee dus ook de aansprakelijkheid uit een onrechtmatige daad. Pronta zal met succes een beroep kunnen doen op de externe aansprakelijkheid ingevolge artikel 2:11 BW. Voorts zal zij bij het aansprakelijk stellen van de besturende broers, niet hoeven stellen dat hen persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
De administratieve last bij een ander leggen..
Administratieve rompslomp rondom uw onderneming is doorgaans niet de reden dat iemand besluit ondernemer te worden. Het inschakelen van een accountant of boekhouder biedt in zo’n geval uitkomst, maar ontslaat u echter niet van uw verplichting om tijdig de jaarrekening te publiceren en boekhouding op orde te hebben. Als u als bestuurder in een faillissementssituatie terecht komt, kunt u zich niet achter een derde verschuilen. Dit kan u duur komen te staan, namelijk een aansprakelijkheid voor het gehele faillissementstekort.
Kwijten aansprakelijkheid
In beginsel zijn zowel Frank als Maurits Kemper dus hoofdelijk aansprakelijk. Maar wat nu als in het geschetste scenario enkel Frank op de hoogte was van de valselijke documenten. Maurits wist hier niets van af, kon dit ook niet weten en kan dit ten slotte ook bewijzen. In dat geval kan Maurits een poging doen tot kwijten van zijn aansprakelijkheid door zich als individuele bestuurder te disculperen. Hiervoor dient hij dan aan te tonen dat hem geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en dat hij niet nalatig is geweest.
Denk goed na voordat u een rechtspersoon als bestuurder opneemt. Meer dan eens brengt het ingrijpende juridische gevolgen met zich mee en het is dan ook nuttig de risico’s hiervan in grote lijnen te kennen.
Wilt u meer weten?
Bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeringen zijn er voor verenigingen, stichtingen en vennootschappen. Voor meer informatie neemt u contact met ons op: per e-mail via info@bridge-economy.nl of bel 085-76 00 700.